‘In de nederzetting van Meinerzhagen hadden de pelgrims afscheid genomen van de vriendelijke voerman. Broeder Poppo had hen graag verder meegenomen, maar hij had zijn bestellingen afgeleverd. Het werd nu tijd om naar het klooster terug te keren. De benedictijner wilde nog door naar Olpe, om daar vandaan naar zijn convent terug te reizen. De priester van Meinerzhagen had de pelgrims met plezier een slaapplaats aangeboden. Nieuwsgierig waar de reizigers naartoe op weg waren, maar minder praatziek dan de biermonnik. Dankwart was ook nu niet van plan om veel te vertellen. Hij gaf slechts aan dat hij en zijn metgezel de lange tocht naar Compostela aanvaard hadden. En dat zij waarschijnlijk kort bij de abdij van Deutz aan de Rijn bij Keulen wilden verblijven voor zij verder zouden trekken. Pater Aldo begreep dat de monnik niet van plan was om meer los te laten en vroeg niet door. Hij had hen de volgende dag aangeraden via het versterkte huis van Gimborn door te trekken naar Lindlar.’
Het zelf repareren van rugzak, met behulp van duct tape was mislukt. Het normaal sterke plakband wilde absoluut niet hechten. Niet echt verwonderlijk trouwens. Aangezien ik erg vroeg wakker was, ben ik online gaan zoeken naar een ouderwetse schoenmaker. En wat bleek? Meinerzhagen heeft nog een originele schoenlapper. De oude ambachtsman hielp me gelijk uit de droom. Niet mogelijk, althans niet met zijn gereedschap. Een domper, maar het is zoals het is.
Met die instelling trok ik de banden van de tas voorzichtig iets strakker. Het zat absoluut niet. Niet mauwen, maar sjouwen. Ik koos spontaan een volledig andere routerichting. Het Jacobspad loopt door het centrum van de stad. Het zou na ongeveer 10 kilometer weer kruizen met mijn eigen route.
Vanaf hier is het richting Lindlar en verder naar Keulen een lange afdaling. Natuurlijk waren er nog gemene kuitenbijter beklimmingen en gewrichten vernietigende afdalingen bij, maar veelal een stuk korter. Het landschap wordt opener en vlakker. Na get samenkomen met mijn eigen route, wilde ik eigenlijk verder op de Jacobsweg. Eén gemiste wegwijzer maakte aan dat plan een eind. Gelukkig, want ik kwam nog een paar pareltjes tegen. Het kasteel Gimborn, waar de pelgrims hadden kunnen overnachten. En verder bij Scheel nog de burchtruïne van Eibach. Het laatste stuk was weinig inspirerend. Langs de drukke Kreisstraße sloot ik mij zo goed mogelijk af voor al dat langsrazende verkeer. Tenslotte kwam ik even vermoeid als andere dagen, maar heel voldaan aan bij het hotel. Net voordat de hemelsluizen zich openden.
Ardea Alba © 2024 – Alle rechten voorbehouden