‘Vandaar volgde de optocht de oude pelgrimsweg naar Kornelimünster. Via de Knosterberg en Schevenhutte naar de Mausbacher hoeve, een bezit van de abdij. Daar zou de grote groep zich opsplitsen. De kanunniken zouden hun weg via Stolberg naar de stad Aken vervolgen, de benedictijners naar het convent. Bij de hoeve werden zij echter gesommeerd als één groep door te wandelen naar het klooster: Aken werd belegerd door de troepen van Otto von Brunswick.’
Feitelijk stond vandaag het laatste gedeelte van de route op het programma. De pelgrims trokken van Corvey naar Köln en werden daar uitgenodigd mee te gaan naar Kornelimünster. Van daar zouden zij hun tocht naar het graf van de apostel dan voort kunnen zetten. Al werd hen verzocht mee te helpen tijdens de kroningsceremonie in Aachen. Dus verbleven zij een tijdje in de abdij aan de Inde en trokken met grote regelmaat naar Aachen, zolang de ceremonie duurde. Na afloop reisden zij verder naar de abdij van Stavelot en door naar het zuiden.
Aan de rand van Gürzenich kom ik langs een indrukwekkend langgerekt gebouw. Het oogt als een voormalig klooster of een hoeve. Ik volg een eindje de doorgaande weg tot mijn navigatie zegt af te moeten. Het pad oogt echter als een oprit naar een woning. Gelukkig is de eigenaar buiten aan het werk. Er volgt een heel prettig gesprek, terwijl hij mij de weg naar Schevenhütte haarfijn uitlegt. In het bos zijn de paden glad en glibberig, maar toch heeft een bruidspaar een droge plek gevonden om er te trouwen. In de ruïne van het voormalige klooster Schwarzenbroich (bouw vanaf 1340) blijkt een vader met zijn twee jonge zoontjes te kamperen. Ook hier een uiterst prettig gesprek en ik vraag hem of ze nog wilde zwijnen hadden gespot. Hun sporen waren overal duidelijk zichtbaar. Hij antwoordde ontkennend, hoewel zij ze wel gehoord hadden.
Via Krewinkel en Mausbach loop ik naar Stolberg. Het pad is sompig en moeilijk begaanbaar, maar de beloning is er naar. De burcht is prachtig en torent hoog boven de stad uit. Het laatste stuk naar Kornelimünster gaat in een soort trance. Stap na stap zonder veel denken. Er heerst een dubbel gevoel in mij. Mijn lijf juicht dat de grootste uitdaging achter de rug is, maar ik loop ook met de ziel onder mijn arm. Voordat ik de abdij nog bezoek, ga ik mij eerst opfrissen bij mijn overnachtingsadres. Een soort uitstel van executie lijkt het wel.
De abdij ligt precies zoals ik het mij had voorgesteld. De poort van de buitenmuren in lijn met de poort van de abdij. Het klooster daar waar ik haar verwachtte.
Ardea Alba © 2024 – Alle rechten voorbehouden